vrijdag 18 april 2008

Vrijdagmorgen

Deze vrijdagmorgen, onze vrije dag, hoorde ik eerst mijn Directeur in Den Haag dat er vanochtend twee Nederlanders waren verongelukt in Urruzgan. Later hoorde ik hetzelfde bericht op de BBC worldservice en ik keek verder op teletekst en de NRC. Men zegt hier dat slechts een percent van de Afghanen taliban affiliaties hebben, maar ze zijn het met me eens dat deze een percent veel troep en rotzooi kunnen maken en ons opbouwwerk behoorlijk kunnen verstieren.

Na een prima vlucht via Dubai, met dank aan een vriend die drie stoelen voor me had weten te versieren, kwam ik hier dinsdagochtend aan. Sindsdien heb ik deelgenomen aan meetings en heb ik vele nieuwe mensen leren kennen. SCF Afghanistan is een grote organisatie, met enkele honderden werknemers. Twee Fransen, Indiers, Bangladeshis en natuurlijk de overgrote meerderheid Afghanen, die allen behoren bij de 99% goedwillenden. iemand vroeg me al uit Nederland of ik al een talibaan gezien had, nee hoor, ze lopen geloof ik niet in uniform.

Ik woon in een van de twee guesthouses van Save, heb een prachtige grote kamer die uitkijkt op een tuin met een grote oude Afghaanse boom in het midden. Ik vraag me af wat hij of zij allemaal al heeft meegemaakt, ik zal daar moeilijk achter kunnen komen.......

In ons guesthouse wonen nu twee fransen en een Kenyaan, onze financiele directeur, die al enkele malen prima Ugali voor me heeft gekookt. We hebben vele gemeenschappelijke kennissen in Nairobi, die hij volgende week zal groeten als hij voor twee weken naar Kenya gaat.

Ik verplaats me van het guesthouse naar het kantoor in een auto van Save. Veel meer van Kaboel heb ik nog niet gezien. Het schijnt dat de veiligheidsmaatregelen die internationale organisaties moeten nemen voor hun personeel groter zijn dan in in 2003, toen ik hier voor een maand was. In die tijd kon ik zelf met een auto rondrijden, dat is er nu niet meer bij.

Geen opmerkingen: