Na hele prettige kerst- en nieuwjaarsdagen in Nijmegen, enkele prachtige concerten, ben ik teruggekeerd in Save the Children’s guest house in Afghanistan voor de laatste drie maanden van mijn eenjarig contract. Het jaar is vlug voorbijgegaan.
Het is rustig in Kabul, net of iedereen wacht op de initiatieven van de nieuwe President Obama. Ook hier in Kabul is de inauguratie van Obama veel bekeken en mijn Afghaanse vrienden wachten in spanning op wat er nu gaat gebeuren en ze vragen zich hoopvol af of er nu eindelijk iets gaat veranderen hier na meer dan dertig jaar ellende. Ik realiseer me dat meer dan 80% van alle Afghanen alleen een situatie van oorlog heeft meegemaakt; een ‘normale’ situatie van vreedzame ontwikkeling kennen ze niet.
Mijn eerste dagen hier werden gekenmerkt door een uitermate plezierig bezoek van de Directeur van Save the Children Nederland, Holke Wierema. We hebben kunnen praten over de grote belangstelling in Nederland voor de ontwikkelingen in Afghanistan.
Om daar nog een voorbeeld van te geven wil ik hier wat verder ingaan op een bezoekje dat ik gisteren mocht brengen aan Laila, waar ik in een eerder bericht over vertelde.
Heel in het kort: Laila is een Afghaanse vrouw, die in Nijmegen heeft gewoond en gewerkt, oa bij de moeder van Bess. Haar man Khalid had haar jaren terug aangeraden om Afghanistan te verlaten en te vluchten voor het vele geweld hier, samen met haar drie kinderen: dochter Maryam en zonen Mustafa en Nasser. Khalid bleef alleen achter. Laila kreeg na enkele jaren geen toestemming om in Nederland te blijven en moest met haar kinderen terug naar Afghanistan. Door een toeval vond ze haar man Khalid terug, met wie ze al die jaren geen contact had gehad.
Het gezin ging wonen in een klein huurhuisje zonder elektriciteit in een van de buitenwijken van Kabul. Al snel kwam er een derde kind, Ilias; volgens mijn Afghaanse vrienden een geschenk van Allah.
Maryam, Nasser en Mustafa gingen naar een gewone Afghaanse school, wat een grote achteruitgang voor hen betekende nadat ze al die jaren in Nijmegen in De Muze naar school waren gegaan. De schooluren waren van 10:00 tot 13:00, als er al een leraar was; er zaten vijftig kinderen in de klas en voor Maryam was het een moeilijke periode, waar ze zich bewonderenswaardig goed doorheen sloeg. In haar vrije uren volgde ze een cursus Engels.
Intussen hield Maryam via het internet contact met haar vele vriendinnen in Nijmegen. De ouders van die vriendinnen zetten een stichting op en verzamelden geld in om de familie te steunen.
Het eerste resultaat is dat het gezin nu is verhuisd. Nu wonen ze in prima flat in het centrum van Kabul, met elektriciteit, betaald door de Stichting.
Een tweede belangrijke resultaat is dat Maryam in Maart als het nieuwe schooljaar begint naar een andere school kan gaan; een privé middelbare school gerund door Afghanen met onderwijs in het Engels. Deze school heeft slecht vijftien kinderen in de klas en de lesuren zijn van 8:00 tot 13:00 met gemotiveerde leraren. Het schoolgeld van 60 dollar per maand wordt betaald door de Nijmeegse stichting. Na de laatste twee jaar middelbare school wil Maryam gaan studeren in Kabul aan een van de privé universiteiten, misschien wel tandheelkunde (????)
Mustafa moet nog vier jaar naar de middelbare school en gaat nu ook naar de privé school waar Maryam naar toe gaat. De schoolgelden voor Mustafa worden betaald door Khalid, die werk heeft in een lokale apotheek. Hieruit blijkt ook het grote belang dat het gezin hecht aan goed onderwijs voor hun kinderen.
Ilias huppelt intussen als een volmaakt gelukkig kind rond in de nieuwe flat, terwijl zijn veel oudere broer en zus en Laila hem liefdevol voorbereiden op wat er voor hem komen gaat.
Een optimistisch verhaal dat laat zien dat gerichte steun vanuit Nederland wel degelijk een belangrijke impact kan hebben op het leven van de mensen hier; alle hulde voor de Nijmeegse gezinnen die dit mogelijk hebben gemaakt.
zaterdag 24 januari 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Dag leo,
Ik kom morgen naar Kabul voor enkele reportages. Hoe kan ik je daar bereiken?
Met hartelijke groet,
Harm van Atteveld
Een reactie posten