Leo Schellekens - Afghanistan - South Sudan
maandag 1 februari 2010
South Sudan
Vandaag wil ik hier bekendmaken dat ik volgende week vertrek naar South Sudan om in de 'hoofdstad' Juba te gaan werken als Education Specialist voor Mercy Corps. Dus niet terug naar Afghanistan for the time being.
zaterdag 28 maart 2009
Voorlopig laatste bericht
Vanmiddag nog even naar mijn kapper, de beste die ik ooit gehad heb. Vanavond een dineetje met wat selecte vrienden van Save the Children in mijn favoriete Chinese restaurant Golden Keys (www.goldenkeykabul.com). Nog twee dagen ben ik in Afghanistan en dan zit mijn jaar hier er op.
Gisteren heeft Barack Obama zijn nieuwe Afghanistan/Pakistan politiek gepresenteerd, indrukwekkend!!! Het kankergezwel, bestaande uit Al Qaida en aanverwante radicale moslim groepen, vormt een gevaar voor de hele wereld en het moet verslagen worden. Het heeft zich verspreid over Afghanistan, Pakistan en dringt nu binnen in India. Het is aanwezig in het Midden Oosten, Europa en Amerika. De hele morgen zijn er interviews op BBC geweest en er is een brede concensus, hopelijk gaat het lukken…..
Het was een enerverend jaar, dankzij internet en satelliet tv kon ik goed op de hoogte blijven over wat er in de wereld gebeurt. Ik was hier ook alleen, dus ik heb erg veel kunnen lezen en studeren over de regio. Het was ook een zwaar jaar, door de enorme security restricties van Save the Children heb ik weinig van dit prachtige land kunnen zien. Ik heb een trip naar Uruzgan gemaakt, ben eenmaal tien dagen in de noordelijke stad Mazar-e-Shariff geweest, heb een kort bezoek gebracht aan Tajikistan, ons noordelijke buurland, en ben een weekje in New Delhi geweest.
Ik had graag met de auto gereden naar Herat, de oude cultuurstad in het Westen, aan de grens met Iran, door de prachtige Hindu Kush bergen; ik had graag met mijn collega Talib naar Islamabad in Pakistan willen rijden door de beroemde Kyber Pass, de hoogste pas ter wereld, maar jullie hebben het misschien gehoord, gisteravond nog is daar een moskee opgeblazen met 48 doden; ik had Kandahar willen bezoeken, waar we zelfs een onderwijsproject hebben en waar mijn collegas van Save wekelijks vroegen wanneer ik eens kwam; ik had Bamyan willen bezoeken waar de Taliban de Boedha beelden hebben opgeblazen; ik had, ik had, ik had…..
Het was dus ook moeilijk om mijn primaire taak uit te voeren: het brengen van goed onderwijs aan de meerendeels ongeletterde bevolking van Afghanistan. We begonnen vandaag ergens een schooltje in het zuiden en morgen komen de Taliban en steken de hele zaak in brand; dit komt niet eenmaal voor, maar vele malen. Onderwijzers, vaak vrouwen, worden eenvoudigweg doodgeschoten. De Taliban worden sterker, zelfs hier in Kabul waren de laatste maanden vele aanslagen, ondanks de overweldigende politiemacht.
Praten met de Taliban? Ja natuurlijk, maar praten met wie? Het is een ongeregelde groep van ongeletterde boeren en criminelen, die opereren in het hele land, en financieel in stand gehouden door de enorme opbrengsten van de opium handel. Er is geen bestuur, geen voorzitter of een telefoonummer dat je kunt bellen om een afspraak te maken voor een gesprek.
Het is van groot belang dat Obama naast soldaten ook ontwikkelingswerkers hier naartoe gaat sturen, de arme bevolking van dit land heeft bovenal behoefte aan ontwikkeling, gewoon scholen en ziekenhuizen, gewoon eten en gelukkig zijn, leven in vrede. Maar een voorwaarde hiervoor is wel dat de tegenkrachten verslagen worden.
1500 Nederlanders zitten in Kamp Holland in Uruzgan, maar het wordt steeds vaker Uruzdam genoemd, een zelfde aantal Canadezen zit in Kandahar wat ook wel Canadahar wordt genoemd. Ze doen bewonderingswaardig werk, maar het wordt tijd dat het grootschaliger en gecoordineerder gaat gebeuren en de enige die dat coordineren kan gaan doen, is wereldmacht Amerika. Dat is het belang het initiatief van Obama. Het is geen gemakkelijke klus, vooral ook omdat de kern van het probleem niet hier is maar in Pakistan; het is echter wel de enige mogelijkheid om hier uiteindelijk vrede en ontwikkeling te brengen. Het plan is dat dit alles gaat gebeuren in goede coordinatie met alle omringende landen hier en ook dat is van cruciaal belang.
Overmorgen dus ga ik naar Nederland en verlaat dit prachtige land met haar rijke en lieve bevolking. Er is een tijd van komen en een tijd van gaan, zeggen ze dan. Toch heb ik het gevoel dat dit niet de laatste keer is dat ik hier kom; eerst even een maandje uitrusten in Nijmegen, alles op een rijtje zetten en op naar de volgende klus.
Ik sluit deze blog niet.....wie weet krijgt het nog een vervolg.....
Gisteren heeft Barack Obama zijn nieuwe Afghanistan/Pakistan politiek gepresenteerd, indrukwekkend!!! Het kankergezwel, bestaande uit Al Qaida en aanverwante radicale moslim groepen, vormt een gevaar voor de hele wereld en het moet verslagen worden. Het heeft zich verspreid over Afghanistan, Pakistan en dringt nu binnen in India. Het is aanwezig in het Midden Oosten, Europa en Amerika. De hele morgen zijn er interviews op BBC geweest en er is een brede concensus, hopelijk gaat het lukken…..
Het was een enerverend jaar, dankzij internet en satelliet tv kon ik goed op de hoogte blijven over wat er in de wereld gebeurt. Ik was hier ook alleen, dus ik heb erg veel kunnen lezen en studeren over de regio. Het was ook een zwaar jaar, door de enorme security restricties van Save the Children heb ik weinig van dit prachtige land kunnen zien. Ik heb een trip naar Uruzgan gemaakt, ben eenmaal tien dagen in de noordelijke stad Mazar-e-Shariff geweest, heb een kort bezoek gebracht aan Tajikistan, ons noordelijke buurland, en ben een weekje in New Delhi geweest.
Ik had graag met de auto gereden naar Herat, de oude cultuurstad in het Westen, aan de grens met Iran, door de prachtige Hindu Kush bergen; ik had graag met mijn collega Talib naar Islamabad in Pakistan willen rijden door de beroemde Kyber Pass, de hoogste pas ter wereld, maar jullie hebben het misschien gehoord, gisteravond nog is daar een moskee opgeblazen met 48 doden; ik had Kandahar willen bezoeken, waar we zelfs een onderwijsproject hebben en waar mijn collegas van Save wekelijks vroegen wanneer ik eens kwam; ik had Bamyan willen bezoeken waar de Taliban de Boedha beelden hebben opgeblazen; ik had, ik had, ik had…..
Het was dus ook moeilijk om mijn primaire taak uit te voeren: het brengen van goed onderwijs aan de meerendeels ongeletterde bevolking van Afghanistan. We begonnen vandaag ergens een schooltje in het zuiden en morgen komen de Taliban en steken de hele zaak in brand; dit komt niet eenmaal voor, maar vele malen. Onderwijzers, vaak vrouwen, worden eenvoudigweg doodgeschoten. De Taliban worden sterker, zelfs hier in Kabul waren de laatste maanden vele aanslagen, ondanks de overweldigende politiemacht.
Praten met de Taliban? Ja natuurlijk, maar praten met wie? Het is een ongeregelde groep van ongeletterde boeren en criminelen, die opereren in het hele land, en financieel in stand gehouden door de enorme opbrengsten van de opium handel. Er is geen bestuur, geen voorzitter of een telefoonummer dat je kunt bellen om een afspraak te maken voor een gesprek.
Het is van groot belang dat Obama naast soldaten ook ontwikkelingswerkers hier naartoe gaat sturen, de arme bevolking van dit land heeft bovenal behoefte aan ontwikkeling, gewoon scholen en ziekenhuizen, gewoon eten en gelukkig zijn, leven in vrede. Maar een voorwaarde hiervoor is wel dat de tegenkrachten verslagen worden.
1500 Nederlanders zitten in Kamp Holland in Uruzgan, maar het wordt steeds vaker Uruzdam genoemd, een zelfde aantal Canadezen zit in Kandahar wat ook wel Canadahar wordt genoemd. Ze doen bewonderingswaardig werk, maar het wordt tijd dat het grootschaliger en gecoordineerder gaat gebeuren en de enige die dat coordineren kan gaan doen, is wereldmacht Amerika. Dat is het belang het initiatief van Obama. Het is geen gemakkelijke klus, vooral ook omdat de kern van het probleem niet hier is maar in Pakistan; het is echter wel de enige mogelijkheid om hier uiteindelijk vrede en ontwikkeling te brengen. Het plan is dat dit alles gaat gebeuren in goede coordinatie met alle omringende landen hier en ook dat is van cruciaal belang.
Overmorgen dus ga ik naar Nederland en verlaat dit prachtige land met haar rijke en lieve bevolking. Er is een tijd van komen en een tijd van gaan, zeggen ze dan. Toch heb ik het gevoel dat dit niet de laatste keer is dat ik hier kom; eerst even een maandje uitrusten in Nijmegen, alles op een rijtje zetten en op naar de volgende klus.
Ik sluit deze blog niet.....wie weet krijgt het nog een vervolg.....
zaterdag 24 januari 2009
Rust en optimisme in Kabul
Na hele prettige kerst- en nieuwjaarsdagen in Nijmegen, enkele prachtige concerten, ben ik teruggekeerd in Save the Children’s guest house in Afghanistan voor de laatste drie maanden van mijn eenjarig contract. Het jaar is vlug voorbijgegaan.
Het is rustig in Kabul, net of iedereen wacht op de initiatieven van de nieuwe President Obama. Ook hier in Kabul is de inauguratie van Obama veel bekeken en mijn Afghaanse vrienden wachten in spanning op wat er nu gaat gebeuren en ze vragen zich hoopvol af of er nu eindelijk iets gaat veranderen hier na meer dan dertig jaar ellende. Ik realiseer me dat meer dan 80% van alle Afghanen alleen een situatie van oorlog heeft meegemaakt; een ‘normale’ situatie van vreedzame ontwikkeling kennen ze niet.
Mijn eerste dagen hier werden gekenmerkt door een uitermate plezierig bezoek van de Directeur van Save the Children Nederland, Holke Wierema. We hebben kunnen praten over de grote belangstelling in Nederland voor de ontwikkelingen in Afghanistan.
Om daar nog een voorbeeld van te geven wil ik hier wat verder ingaan op een bezoekje dat ik gisteren mocht brengen aan Laila, waar ik in een eerder bericht over vertelde.
Heel in het kort: Laila is een Afghaanse vrouw, die in Nijmegen heeft gewoond en gewerkt, oa bij de moeder van Bess. Haar man Khalid had haar jaren terug aangeraden om Afghanistan te verlaten en te vluchten voor het vele geweld hier, samen met haar drie kinderen: dochter Maryam en zonen Mustafa en Nasser. Khalid bleef alleen achter. Laila kreeg na enkele jaren geen toestemming om in Nederland te blijven en moest met haar kinderen terug naar Afghanistan. Door een toeval vond ze haar man Khalid terug, met wie ze al die jaren geen contact had gehad.
Het gezin ging wonen in een klein huurhuisje zonder elektriciteit in een van de buitenwijken van Kabul. Al snel kwam er een derde kind, Ilias; volgens mijn Afghaanse vrienden een geschenk van Allah.
Maryam, Nasser en Mustafa gingen naar een gewone Afghaanse school, wat een grote achteruitgang voor hen betekende nadat ze al die jaren in Nijmegen in De Muze naar school waren gegaan. De schooluren waren van 10:00 tot 13:00, als er al een leraar was; er zaten vijftig kinderen in de klas en voor Maryam was het een moeilijke periode, waar ze zich bewonderenswaardig goed doorheen sloeg. In haar vrije uren volgde ze een cursus Engels.
Intussen hield Maryam via het internet contact met haar vele vriendinnen in Nijmegen. De ouders van die vriendinnen zetten een stichting op en verzamelden geld in om de familie te steunen.
Het eerste resultaat is dat het gezin nu is verhuisd. Nu wonen ze in prima flat in het centrum van Kabul, met elektriciteit, betaald door de Stichting.
Een tweede belangrijke resultaat is dat Maryam in Maart als het nieuwe schooljaar begint naar een andere school kan gaan; een privé middelbare school gerund door Afghanen met onderwijs in het Engels. Deze school heeft slecht vijftien kinderen in de klas en de lesuren zijn van 8:00 tot 13:00 met gemotiveerde leraren. Het schoolgeld van 60 dollar per maand wordt betaald door de Nijmeegse stichting. Na de laatste twee jaar middelbare school wil Maryam gaan studeren in Kabul aan een van de privé universiteiten, misschien wel tandheelkunde (????)
Mustafa moet nog vier jaar naar de middelbare school en gaat nu ook naar de privé school waar Maryam naar toe gaat. De schoolgelden voor Mustafa worden betaald door Khalid, die werk heeft in een lokale apotheek. Hieruit blijkt ook het grote belang dat het gezin hecht aan goed onderwijs voor hun kinderen.
Ilias huppelt intussen als een volmaakt gelukkig kind rond in de nieuwe flat, terwijl zijn veel oudere broer en zus en Laila hem liefdevol voorbereiden op wat er voor hem komen gaat.
Een optimistisch verhaal dat laat zien dat gerichte steun vanuit Nederland wel degelijk een belangrijke impact kan hebben op het leven van de mensen hier; alle hulde voor de Nijmeegse gezinnen die dit mogelijk hebben gemaakt.
Het is rustig in Kabul, net of iedereen wacht op de initiatieven van de nieuwe President Obama. Ook hier in Kabul is de inauguratie van Obama veel bekeken en mijn Afghaanse vrienden wachten in spanning op wat er nu gaat gebeuren en ze vragen zich hoopvol af of er nu eindelijk iets gaat veranderen hier na meer dan dertig jaar ellende. Ik realiseer me dat meer dan 80% van alle Afghanen alleen een situatie van oorlog heeft meegemaakt; een ‘normale’ situatie van vreedzame ontwikkeling kennen ze niet.
Mijn eerste dagen hier werden gekenmerkt door een uitermate plezierig bezoek van de Directeur van Save the Children Nederland, Holke Wierema. We hebben kunnen praten over de grote belangstelling in Nederland voor de ontwikkelingen in Afghanistan.
Om daar nog een voorbeeld van te geven wil ik hier wat verder ingaan op een bezoekje dat ik gisteren mocht brengen aan Laila, waar ik in een eerder bericht over vertelde.
Heel in het kort: Laila is een Afghaanse vrouw, die in Nijmegen heeft gewoond en gewerkt, oa bij de moeder van Bess. Haar man Khalid had haar jaren terug aangeraden om Afghanistan te verlaten en te vluchten voor het vele geweld hier, samen met haar drie kinderen: dochter Maryam en zonen Mustafa en Nasser. Khalid bleef alleen achter. Laila kreeg na enkele jaren geen toestemming om in Nederland te blijven en moest met haar kinderen terug naar Afghanistan. Door een toeval vond ze haar man Khalid terug, met wie ze al die jaren geen contact had gehad.
Het gezin ging wonen in een klein huurhuisje zonder elektriciteit in een van de buitenwijken van Kabul. Al snel kwam er een derde kind, Ilias; volgens mijn Afghaanse vrienden een geschenk van Allah.
Maryam, Nasser en Mustafa gingen naar een gewone Afghaanse school, wat een grote achteruitgang voor hen betekende nadat ze al die jaren in Nijmegen in De Muze naar school waren gegaan. De schooluren waren van 10:00 tot 13:00, als er al een leraar was; er zaten vijftig kinderen in de klas en voor Maryam was het een moeilijke periode, waar ze zich bewonderenswaardig goed doorheen sloeg. In haar vrije uren volgde ze een cursus Engels.
Intussen hield Maryam via het internet contact met haar vele vriendinnen in Nijmegen. De ouders van die vriendinnen zetten een stichting op en verzamelden geld in om de familie te steunen.
Het eerste resultaat is dat het gezin nu is verhuisd. Nu wonen ze in prima flat in het centrum van Kabul, met elektriciteit, betaald door de Stichting.
Een tweede belangrijke resultaat is dat Maryam in Maart als het nieuwe schooljaar begint naar een andere school kan gaan; een privé middelbare school gerund door Afghanen met onderwijs in het Engels. Deze school heeft slecht vijftien kinderen in de klas en de lesuren zijn van 8:00 tot 13:00 met gemotiveerde leraren. Het schoolgeld van 60 dollar per maand wordt betaald door de Nijmeegse stichting. Na de laatste twee jaar middelbare school wil Maryam gaan studeren in Kabul aan een van de privé universiteiten, misschien wel tandheelkunde (????)
Mustafa moet nog vier jaar naar de middelbare school en gaat nu ook naar de privé school waar Maryam naar toe gaat. De schoolgelden voor Mustafa worden betaald door Khalid, die werk heeft in een lokale apotheek. Hieruit blijkt ook het grote belang dat het gezin hecht aan goed onderwijs voor hun kinderen.
Ilias huppelt intussen als een volmaakt gelukkig kind rond in de nieuwe flat, terwijl zijn veel oudere broer en zus en Laila hem liefdevol voorbereiden op wat er voor hem komen gaat.
Een optimistisch verhaal dat laat zien dat gerichte steun vanuit Nederland wel degelijk een belangrijke impact kan hebben op het leven van de mensen hier; alle hulde voor de Nijmeegse gezinnen die dit mogelijk hebben gemaakt.
vrijdag 21 november 2008
Soort van rust in Kabul
De eerste sneeuw is hier vannacht gevallen, de toppen van de majestueuze Hindu Kush bergen zijn weer helemaal wit, de winter komt er hier ook aan. Hier in huis is geen centrale verwarming, alle kamers hebben bukhari’s, kachels waar hout in gestookt wordt. Het werkt voortreffelijk, het enige probleem is dat er geen knop aan zit om het zachter af te stellen.
Afghanistan lijkt een beetje rustig deze dagen en ook in Kabul is de rust weergekeerd na enkele uiterst laffe moorden op en ontvoeringen van buitenlandse werkers: Twee medewerkers van DHL vermoord; enkele journalisten ontvoerd, waaronder een Nederlandse; een Engelse medewerker van een Christelijke NGO vlakbij ons kantoor doodgeschoten, etc. Enkele weken moesten we dus strikt thuisblijven in ons guest house, maar recentelijk is onze bewegingsvrijheid weer iets verruimd: we mogen soms weer naar een restaurant in de stad.
Er wordt hier veel gesproken over mogelijke gesprekken met de Taliban. President Karzai heeft eerder deze week aangeboden dat de voormalige Taliban leider Mullah Omar wat hem betreft gratie kan krijgen als hij uit zijn schuilplaats tevoorschijn komt en wil onderhandelen. Ook ik ben in principe altijd voor vreedzaam onderhandelen, maar moet je onderhandelen met mensen die zulke ernstige misdaden hebben begaan? Dat vragen veel van mijn vrienden zich hier af. De Taliban gaan maar door met afschuwelijk misdaden; vorige week nog hebben ze zoutzuur gegooid in de gezichten van enkele meisjes in Kandahar die de ‘misdaad’ hadden begaan om naar school te gaan. Deze week hebben ze een enorm voedseltransport van het World Food Programme gekaapt op de weg van Pakistan naar Afghanistan bestemd voor de hongerende bevolking hier. Tijdens het bewind van de Taliban hier tot 2001 mochten meisjes niet naar school en werd vrouwen verboden om zich te laten behandelen in het ziekenhuis, etc. etc. Moet je met deze mensen gaan onderhandelen? Het blijft voor mij uiterst moeilijk om een direct antwoord te geven op deze vraag, maar ik kan begrijpen dat veel van mijn vrienden hier grote problemen mee hebben.
Ons onderwijs werk gaat gestaag verder. Save the Children is zo langzamerhand de belangrijkste partner van het Ministerie van Onderwijs vooral nu we begonnen zijn met de nieuwe grote projecten van de Wereldbank om leraren van middelbare scholen te gaan trainen. Zoals ik al eerder heb verteld, sinds 2001 is de regering hier bezig om kinderen in het lagere onderwijs te krijgen, vele kinderen zijn daar nu zo’n beetje klaar mee en nu gaan ze proberen een vervolg voor hen te creëren. We werken in die projecten samen in een consortium van lokale NGO’s die het ‘vuile werk’ gaan opknappen in de onrustige provincies in het zuiden. Wij mogen daar niet komen vanwege de security, maar we helpen hen zoveel mogelijk en proberen zo toch samen iets op gang te brengen in het zuiden. Uiteindelijk gaat het om het winnen van de ‘hearts and minds’ van de gewone Afghanen, ook in het zuiden, zij moeten uiteindelijk hun land verder tot ontwikkeling brengen.
Ik volg hier nauwgezet op de BBC en CNN de beroeringen in de internationale 'grote' wereld. De financiële crisis die steeds meer uit de hand lijkt te lopen en de afschuwelijke zaken die gebeuren in vele landen van de wereld, waaronder natuurlijk de oorlogen in mijn geliefde Afrika. Het lijkt er soms op dat de financiële crisis een beetje aan Afghanistan voorbij gaat: de mensen hier leven al zo lang in een crisis. Het kan hier bijna niet slechter gaan dan zoals het nu gaat. Natuurlijk, de mensen hier worden getroffen door de duurdere voedselprijzen maar ze hebben al zo weinig voedsel, dus nu wordt het nog minder en minder: minder dan minder.
Een paar jaar geleden was ik nog enige tijd in Rwanda, een prachtig land met veel regen en dus schitterend groen met heuvels, dalen en meren. De mensen waren lief en toegankelijk. UNICEF heb ik daar geholpen om een onderwijsproject op te zetten voor een getraumatiseerd volk dat de enorme genocide, waarbij miljoenen mensen zijn vermoord, te boven aan het komen was. Nu is het opnieuw oorlog, net over grens van Rwanda en de Kongo worden weer duizenden mensen vermoord. Moeten we daar nu als Europa weer soldaten naar toe sturen om de strijdende partijen uit elkaar te houden?
Olietankers worden gekaapt voor de kust van mijn geliefde Somalië, nog steeds een van de armste landen ter wereld, met weinig positieve vooruitzichten op verbetering. Moeten we ook daar een leger op afsturen om dat te voorkomen en verbeteren? Kortom, veel werk aan de winkel voor onze geliefde nieuwe leider van het Westen: Obama en misschien Hillary……
Intussen is het hier al weer vijf uur en wordt het snel donker. Vanavond gaan we even eten in het Verenigde Naties guest house; op vrijdag wordt er hier niet gekookt voor ons in huis. Begin December hebben we een weekje vrij omdat de moslims ID vieren. Waarschijnlijk ga ik met mijn collega Talib een weekje naar Islamabad, waar hij zijn familie gaat bezoeken. Het lijkt me leuk om weer een nieuw land te bezoeken en vooral ook om met de vrienden van Talib te praten over de boeiende ontwikkelingen in de regio hier. Als ik terugkom in Kabul zijn we al weer snel bij 22 December en dan vlieg ik voor enkele weken naar Nijmegen om heerlijk met Bess de kerst te vieren.
Het leven in Kabul gaat dus gewoon verder, mijn werk is nog steeds enorm leuk en uitdagend, mijn collega’s op het werk zijn erg gemotiveerd en mijn Afghaanse vrienden zijn betrokken bij wat we hier samen aan het proberen zijn op te bouwen. Onderwijs blijft toch een van de basiselementen voor een betere toekomst en veel Afghanen begrijpen dat. Het Ministerie van Onderwijs zit ook vol met ambtenaren die proberen het beste ervan te maken ondanks het feit dat ze in onze ogen erbarmelijke arbeidsomstandigheden hebben. Ik heb grote bewondering voor al die Afghanen die hier ondanks alles blijven en niet vluchten naar landen als Nederland. Het is vaak erg moeilijk voor ze hier en ze vragen me soms of ik niet iets kan regelen voor ze in Nederland. Je kunt je afvragen of ze het in Nederland beter zullen hebben dan hier? Maar uiteindelijk gaan ze dan toch hier door en doen ze alles om een verandering ten goede te bevorderen. Dat er ook oppositie tegen ze is, ja, dat is jammer, maar samen met de internationale hulp proberen ze om die te overwinnen.
Soms lijkt het er op dat het een beetje de goede kant uitgaat met Afghanistan, het is mogelijk om optimistisch tegen dit land aan te kijken. Maar dan plotseling kan er weer van alles afschuwelijks gebeuren.
Daarom blijven we enorm alert, nemen geen risico’s en proberen er samen met onze Afghaanse vrienden het beste van te maken.
Het is nu zaterdagmorgen, de zon schijnt en het is rustig op deze laatste dag van het weekend. Morgen gaan we weer gewoon werken......
Afghanistan lijkt een beetje rustig deze dagen en ook in Kabul is de rust weergekeerd na enkele uiterst laffe moorden op en ontvoeringen van buitenlandse werkers: Twee medewerkers van DHL vermoord; enkele journalisten ontvoerd, waaronder een Nederlandse; een Engelse medewerker van een Christelijke NGO vlakbij ons kantoor doodgeschoten, etc. Enkele weken moesten we dus strikt thuisblijven in ons guest house, maar recentelijk is onze bewegingsvrijheid weer iets verruimd: we mogen soms weer naar een restaurant in de stad.
Er wordt hier veel gesproken over mogelijke gesprekken met de Taliban. President Karzai heeft eerder deze week aangeboden dat de voormalige Taliban leider Mullah Omar wat hem betreft gratie kan krijgen als hij uit zijn schuilplaats tevoorschijn komt en wil onderhandelen. Ook ik ben in principe altijd voor vreedzaam onderhandelen, maar moet je onderhandelen met mensen die zulke ernstige misdaden hebben begaan? Dat vragen veel van mijn vrienden zich hier af. De Taliban gaan maar door met afschuwelijk misdaden; vorige week nog hebben ze zoutzuur gegooid in de gezichten van enkele meisjes in Kandahar die de ‘misdaad’ hadden begaan om naar school te gaan. Deze week hebben ze een enorm voedseltransport van het World Food Programme gekaapt op de weg van Pakistan naar Afghanistan bestemd voor de hongerende bevolking hier. Tijdens het bewind van de Taliban hier tot 2001 mochten meisjes niet naar school en werd vrouwen verboden om zich te laten behandelen in het ziekenhuis, etc. etc. Moet je met deze mensen gaan onderhandelen? Het blijft voor mij uiterst moeilijk om een direct antwoord te geven op deze vraag, maar ik kan begrijpen dat veel van mijn vrienden hier grote problemen mee hebben.
Ons onderwijs werk gaat gestaag verder. Save the Children is zo langzamerhand de belangrijkste partner van het Ministerie van Onderwijs vooral nu we begonnen zijn met de nieuwe grote projecten van de Wereldbank om leraren van middelbare scholen te gaan trainen. Zoals ik al eerder heb verteld, sinds 2001 is de regering hier bezig om kinderen in het lagere onderwijs te krijgen, vele kinderen zijn daar nu zo’n beetje klaar mee en nu gaan ze proberen een vervolg voor hen te creëren. We werken in die projecten samen in een consortium van lokale NGO’s die het ‘vuile werk’ gaan opknappen in de onrustige provincies in het zuiden. Wij mogen daar niet komen vanwege de security, maar we helpen hen zoveel mogelijk en proberen zo toch samen iets op gang te brengen in het zuiden. Uiteindelijk gaat het om het winnen van de ‘hearts and minds’ van de gewone Afghanen, ook in het zuiden, zij moeten uiteindelijk hun land verder tot ontwikkeling brengen.
Ik volg hier nauwgezet op de BBC en CNN de beroeringen in de internationale 'grote' wereld. De financiële crisis die steeds meer uit de hand lijkt te lopen en de afschuwelijke zaken die gebeuren in vele landen van de wereld, waaronder natuurlijk de oorlogen in mijn geliefde Afrika. Het lijkt er soms op dat de financiële crisis een beetje aan Afghanistan voorbij gaat: de mensen hier leven al zo lang in een crisis. Het kan hier bijna niet slechter gaan dan zoals het nu gaat. Natuurlijk, de mensen hier worden getroffen door de duurdere voedselprijzen maar ze hebben al zo weinig voedsel, dus nu wordt het nog minder en minder: minder dan minder.
Een paar jaar geleden was ik nog enige tijd in Rwanda, een prachtig land met veel regen en dus schitterend groen met heuvels, dalen en meren. De mensen waren lief en toegankelijk. UNICEF heb ik daar geholpen om een onderwijsproject op te zetten voor een getraumatiseerd volk dat de enorme genocide, waarbij miljoenen mensen zijn vermoord, te boven aan het komen was. Nu is het opnieuw oorlog, net over grens van Rwanda en de Kongo worden weer duizenden mensen vermoord. Moeten we daar nu als Europa weer soldaten naar toe sturen om de strijdende partijen uit elkaar te houden?
Olietankers worden gekaapt voor de kust van mijn geliefde Somalië, nog steeds een van de armste landen ter wereld, met weinig positieve vooruitzichten op verbetering. Moeten we ook daar een leger op afsturen om dat te voorkomen en verbeteren? Kortom, veel werk aan de winkel voor onze geliefde nieuwe leider van het Westen: Obama en misschien Hillary……
Intussen is het hier al weer vijf uur en wordt het snel donker. Vanavond gaan we even eten in het Verenigde Naties guest house; op vrijdag wordt er hier niet gekookt voor ons in huis. Begin December hebben we een weekje vrij omdat de moslims ID vieren. Waarschijnlijk ga ik met mijn collega Talib een weekje naar Islamabad, waar hij zijn familie gaat bezoeken. Het lijkt me leuk om weer een nieuw land te bezoeken en vooral ook om met de vrienden van Talib te praten over de boeiende ontwikkelingen in de regio hier. Als ik terugkom in Kabul zijn we al weer snel bij 22 December en dan vlieg ik voor enkele weken naar Nijmegen om heerlijk met Bess de kerst te vieren.
Het leven in Kabul gaat dus gewoon verder, mijn werk is nog steeds enorm leuk en uitdagend, mijn collega’s op het werk zijn erg gemotiveerd en mijn Afghaanse vrienden zijn betrokken bij wat we hier samen aan het proberen zijn op te bouwen. Onderwijs blijft toch een van de basiselementen voor een betere toekomst en veel Afghanen begrijpen dat. Het Ministerie van Onderwijs zit ook vol met ambtenaren die proberen het beste ervan te maken ondanks het feit dat ze in onze ogen erbarmelijke arbeidsomstandigheden hebben. Ik heb grote bewondering voor al die Afghanen die hier ondanks alles blijven en niet vluchten naar landen als Nederland. Het is vaak erg moeilijk voor ze hier en ze vragen me soms of ik niet iets kan regelen voor ze in Nederland. Je kunt je afvragen of ze het in Nederland beter zullen hebben dan hier? Maar uiteindelijk gaan ze dan toch hier door en doen ze alles om een verandering ten goede te bevorderen. Dat er ook oppositie tegen ze is, ja, dat is jammer, maar samen met de internationale hulp proberen ze om die te overwinnen.
Soms lijkt het er op dat het een beetje de goede kant uitgaat met Afghanistan, het is mogelijk om optimistisch tegen dit land aan te kijken. Maar dan plotseling kan er weer van alles afschuwelijks gebeuren.
Daarom blijven we enorm alert, nemen geen risico’s en proberen er samen met onze Afghaanse vrienden het beste van te maken.
Het is nu zaterdagmorgen, de zon schijnt en het is rustig op deze laatste dag van het weekend. Morgen gaan we weer gewoon werken......
maandag 1 september 2008
Maandagmiddag - Ramadan
Vandaag begint de Ramadan, van zonsopgang tot zonsondergang vasten. De lokale staf op ons kantoor heeft een aangepaste werktijd, om 14:00 kunnen ze naar huis.
Het was trouwens ook om en andere reden groot feest in Kabul. De bronze medaillewinnaar van de Olympische Spelen arriveerde enkele dagen geleden vanuit Beijing. Er was een grote optocht vanaf het vliegveld naar een huis, hier vlakbij, alwaar de hele nacht feest gevierd is. Het is de eerste medaille die Afghanistan ooit veroverd heeft in de geschiedenis van de Olympische Spelen en de mensen die ik sprak waren er duidelijk mee ingenomen. De winnaar kreeg een huis, een auto en US$ 20,000. Ik heb er verder niets van meegekregen en ook niets van gezien, wegens de veiligheid mogen wij ons guesthouse niet verlaten.
Over veiligheid gesproken, het kan nog erger dan bij mijn werkgever Save the Children UK. Ik zou gaan eten met een collega van een bevriende organisatie en wilde met haar afspreken in een restaurant in de stad. Ze vroeg me of ik haar wilde ophalen in haar guesthouse. Daar aangekomen besefte ik de reden dat ik haar moest ophalen. s’Avonds mogen zij niet met een auto naar de stad, dat is volgens haar organisatie te gevaarlijk, de auto kan kapotgaan, daarom reden we in konvooi naar het restaurant,, met haar chauffeur in een lege auto achter onze auto aan…….
Ik ben druk bezig met het treffen van voorbereidingen voor de start van onze nieuwe Wereldbankprojecten. Zoals ik al eerder heb vermeld heeft Save te Children de tender gewonnen om twee grote nieuwe projecten voor de Wereldbank te gaan uitvoeren.
Nadat het Ministerie van Onderwijs en de donoren al wat jaren bezig zijn om het lagere onderwijs in Afghanistan van de grond te krijgen, komen nu de eerste kinderen van die scholen en natuurlijk ontstaat dan de behoefte aan middelbaar onderwijs. Er zijn weinig middelbare scholen en de kwaliteit is slecht. De Wereldbank heeft een groot project geformuleerd om het middelbare onderwijs in Afghanistan te gaan helpen. Wij gaan dat project uitvoeren in zeven provincies in het Noorden en acht provincies in het Zuiden, waaronder de ‘Nederlandse’ provincie Uruzgan.
Wij werken in de uitvoering van deze projecten samen in een consortium met een aantal lokale Afghaanse organisaties. Save the Children en ik mogen vanwege de veiligheid niet naar deze provincies reizen, dus onze dierbare collega’s uit Afghanistan gaan het werk in het veld uitvoeren. In al de provincies gaan we internet aanleggen zodat we vanuit Kabul met hen een goede communicatie kunnen onderhouden. Wat gaan we doen? Een trainingsprogramma opzetten en uitvoeren voor de leraren van de middelbare scholen en voor de managers van deze scholen, het curriculum verbeteren en eventueel wat scholen opknappen. Het project gaat minimaal drie jaar duren en daarmee hopen we kinderen die van de lagere scholen komen een goede mogelijkheid te bieden op een vervolgopleiding.
Voor deze projecten hebben we een goede teamleader nodig. De Wereldbank had een profiel gegeven waaraan deze teamleader zou moeten voldoen. Meestal wordt in een dergelijk geval de positie internationaal geadverteerd en komt er wel een internationale expert op af. We besloten echter in dit geval om te gaan kijken of we niet een goede Afghaan konden vinden; onder andere vanwege de taal en de cultuur leek ons dat een goed idee. Via mijn netwerk kreeg ik het Curriculum Vitae toegespeeld van Nader, een 68-jarige onderwijsdeskundige die in Kabul woont. Zijn curriculum voldeed op het eerste oog in de verste verte niet aan de eisen die het profiel van Wereldbank stelde, maar ik dacht, ik wil toch met hem verder in gesprek gaan. Nadat we een uurtje hadden gepraat stelde ik voor achter de computer te gaan zitten en we hebben zijn curriculum helemaal herschreven en opgepoetst. In de oorspronkelijke versie van zijn curriculum had hij geschreven dat hij zich had beziggehouden met lerarentraining, maar al pratende bleek dat hij ook het curriculum voor het Ministerie had geschreven, leiding had gegeven aan een staf van 20 medewerkers, jaarverslagen had gemaakt en nog vele andere zaken. Zo hebben we in vier/vijf uur tijd zijn curriculum helemaal herzien en de oorspronkelijke 1½ pagina uitgebreid tot vier pagina’s. Het was nu een prima verhaal.
Het Ministerie van Onderwijs en de Wereldbank hier in Kabul vonden het ook een prima CV en Nader gaat benoemd worden tot mijn rechterhand in de uitvoering van het project.
Waarmee ik wil zeggen: Ik denk dat er vele Afghanen hier rondlopen die enorm gemotiveerd zijn en de potentie hebben om een prima bijdrage te leveren aan de opbouw van hun land, maar vaak krijgen zij geen kansen om dat ook daadwerkelijk te doen.
Nader is een hele aardige, bescheiden man die, en daar ben ik van overtuigd, prima gaat functioneren in ons project. Hij is getrouwd en heeft twee dochters in London. Hij is altijd hier gebleven, ook in de erg moeilijke tijden van grote oorlogen hier. Nooit heeft hij zijn land te verlaten, hoewel hij er wel vaak over heeft nagedacht. Uiteindelijk krijgt hij dan nu een kans om een belangrijke baan te gaan vervullen in het kader van de opbouw van zijn land.
Het is een erg stimulerende ervaring voor mij en ik loop al dagen fluitend rond dat ik de gelegenheid krijg om met zo’n prima persoon te gaan samenwerken. Ik heb dus nu een groep Afghaanse organisaties rondom me heen en tenminste een senior Afghaanse medewerker. Er zijn nog enkele vacatures in ons project en ik ga alles op alles zetten om daar ook goede Afghanen voor te vinden; misschien kan ik zelfs proberen om ze uit Nederland te halen????
Begin September kom ik weer een paar weken naar Nederland, oa ook om het lustrum van mijn eerste werkgever het Derde Wereldcentrum van de voormalige Katholieke Universiteit van Nijmegen mee te vieren. Het lijkt me leuk om al die oude vrienden weer eens te ontmoeten, ik heb vele jaren geen contact met ze onderhouden. Ook is het natuurlijk fijn om weer eens rustig door de stad te kunnen wandelen, met de fiets naar een restaurant te gaan en alleen een winkel in te gaan.
Mijn werk hier is enerverend, de collega’s zijn enorm aardig, maar de security maatregelen zijn draconisch. We wonen in een prachtig huis, alles is onlangs opgeschilderd, we hebben een grote tuin met prachtige bomen, maar we kunnen geen stap buiten de deur zetten.
Wat zou het heerlijk zijn om hier in buurt naar een restaurant te wandelen, of op straat een kebab te eten, en heerlijk met de mensen te praten? Dat is echter hier nog niet mogelijk, je kunt zomaar ontvoerd worden…… Daarom zijn we heel voorzichtig, security first…….
Het was trouwens ook om en andere reden groot feest in Kabul. De bronze medaillewinnaar van de Olympische Spelen arriveerde enkele dagen geleden vanuit Beijing. Er was een grote optocht vanaf het vliegveld naar een huis, hier vlakbij, alwaar de hele nacht feest gevierd is. Het is de eerste medaille die Afghanistan ooit veroverd heeft in de geschiedenis van de Olympische Spelen en de mensen die ik sprak waren er duidelijk mee ingenomen. De winnaar kreeg een huis, een auto en US$ 20,000. Ik heb er verder niets van meegekregen en ook niets van gezien, wegens de veiligheid mogen wij ons guesthouse niet verlaten.
Over veiligheid gesproken, het kan nog erger dan bij mijn werkgever Save the Children UK. Ik zou gaan eten met een collega van een bevriende organisatie en wilde met haar afspreken in een restaurant in de stad. Ze vroeg me of ik haar wilde ophalen in haar guesthouse. Daar aangekomen besefte ik de reden dat ik haar moest ophalen. s’Avonds mogen zij niet met een auto naar de stad, dat is volgens haar organisatie te gevaarlijk, de auto kan kapotgaan, daarom reden we in konvooi naar het restaurant,, met haar chauffeur in een lege auto achter onze auto aan…….
Ik ben druk bezig met het treffen van voorbereidingen voor de start van onze nieuwe Wereldbankprojecten. Zoals ik al eerder heb vermeld heeft Save te Children de tender gewonnen om twee grote nieuwe projecten voor de Wereldbank te gaan uitvoeren.
Nadat het Ministerie van Onderwijs en de donoren al wat jaren bezig zijn om het lagere onderwijs in Afghanistan van de grond te krijgen, komen nu de eerste kinderen van die scholen en natuurlijk ontstaat dan de behoefte aan middelbaar onderwijs. Er zijn weinig middelbare scholen en de kwaliteit is slecht. De Wereldbank heeft een groot project geformuleerd om het middelbare onderwijs in Afghanistan te gaan helpen. Wij gaan dat project uitvoeren in zeven provincies in het Noorden en acht provincies in het Zuiden, waaronder de ‘Nederlandse’ provincie Uruzgan.
Wij werken in de uitvoering van deze projecten samen in een consortium met een aantal lokale Afghaanse organisaties. Save the Children en ik mogen vanwege de veiligheid niet naar deze provincies reizen, dus onze dierbare collega’s uit Afghanistan gaan het werk in het veld uitvoeren. In al de provincies gaan we internet aanleggen zodat we vanuit Kabul met hen een goede communicatie kunnen onderhouden. Wat gaan we doen? Een trainingsprogramma opzetten en uitvoeren voor de leraren van de middelbare scholen en voor de managers van deze scholen, het curriculum verbeteren en eventueel wat scholen opknappen. Het project gaat minimaal drie jaar duren en daarmee hopen we kinderen die van de lagere scholen komen een goede mogelijkheid te bieden op een vervolgopleiding.
Voor deze projecten hebben we een goede teamleader nodig. De Wereldbank had een profiel gegeven waaraan deze teamleader zou moeten voldoen. Meestal wordt in een dergelijk geval de positie internationaal geadverteerd en komt er wel een internationale expert op af. We besloten echter in dit geval om te gaan kijken of we niet een goede Afghaan konden vinden; onder andere vanwege de taal en de cultuur leek ons dat een goed idee. Via mijn netwerk kreeg ik het Curriculum Vitae toegespeeld van Nader, een 68-jarige onderwijsdeskundige die in Kabul woont. Zijn curriculum voldeed op het eerste oog in de verste verte niet aan de eisen die het profiel van Wereldbank stelde, maar ik dacht, ik wil toch met hem verder in gesprek gaan. Nadat we een uurtje hadden gepraat stelde ik voor achter de computer te gaan zitten en we hebben zijn curriculum helemaal herschreven en opgepoetst. In de oorspronkelijke versie van zijn curriculum had hij geschreven dat hij zich had beziggehouden met lerarentraining, maar al pratende bleek dat hij ook het curriculum voor het Ministerie had geschreven, leiding had gegeven aan een staf van 20 medewerkers, jaarverslagen had gemaakt en nog vele andere zaken. Zo hebben we in vier/vijf uur tijd zijn curriculum helemaal herzien en de oorspronkelijke 1½ pagina uitgebreid tot vier pagina’s. Het was nu een prima verhaal.
Het Ministerie van Onderwijs en de Wereldbank hier in Kabul vonden het ook een prima CV en Nader gaat benoemd worden tot mijn rechterhand in de uitvoering van het project.
Waarmee ik wil zeggen: Ik denk dat er vele Afghanen hier rondlopen die enorm gemotiveerd zijn en de potentie hebben om een prima bijdrage te leveren aan de opbouw van hun land, maar vaak krijgen zij geen kansen om dat ook daadwerkelijk te doen.
Nader is een hele aardige, bescheiden man die, en daar ben ik van overtuigd, prima gaat functioneren in ons project. Hij is getrouwd en heeft twee dochters in London. Hij is altijd hier gebleven, ook in de erg moeilijke tijden van grote oorlogen hier. Nooit heeft hij zijn land te verlaten, hoewel hij er wel vaak over heeft nagedacht. Uiteindelijk krijgt hij dan nu een kans om een belangrijke baan te gaan vervullen in het kader van de opbouw van zijn land.
Het is een erg stimulerende ervaring voor mij en ik loop al dagen fluitend rond dat ik de gelegenheid krijg om met zo’n prima persoon te gaan samenwerken. Ik heb dus nu een groep Afghaanse organisaties rondom me heen en tenminste een senior Afghaanse medewerker. Er zijn nog enkele vacatures in ons project en ik ga alles op alles zetten om daar ook goede Afghanen voor te vinden; misschien kan ik zelfs proberen om ze uit Nederland te halen????
Begin September kom ik weer een paar weken naar Nederland, oa ook om het lustrum van mijn eerste werkgever het Derde Wereldcentrum van de voormalige Katholieke Universiteit van Nijmegen mee te vieren. Het lijkt me leuk om al die oude vrienden weer eens te ontmoeten, ik heb vele jaren geen contact met ze onderhouden. Ook is het natuurlijk fijn om weer eens rustig door de stad te kunnen wandelen, met de fiets naar een restaurant te gaan en alleen een winkel in te gaan.
Mijn werk hier is enerverend, de collega’s zijn enorm aardig, maar de security maatregelen zijn draconisch. We wonen in een prachtig huis, alles is onlangs opgeschilderd, we hebben een grote tuin met prachtige bomen, maar we kunnen geen stap buiten de deur zetten.
Wat zou het heerlijk zijn om hier in buurt naar een restaurant te wandelen, of op straat een kebab te eten, en heerlijk met de mensen te praten? Dat is echter hier nog niet mogelijk, je kunt zomaar ontvoerd worden…… Daarom zijn we heel voorzichtig, security first…….
zondag 20 juli 2008
Film over Uruzgan
Ik vergat gisteren nog te vermelden dat mijn collega Sarwar tijdens onze reis naar Uruzgan een filmpje heeft gemaakt. Het geeft een aardig beeld van Uruzgan. De film is te bekijken op de volgende web site: http://www.politiek2015.nl/ type bij zoeken: Uruzgan en kies dan: Uruzgan aan het woord.
zaterdag 19 juli 2008
Zaterdagmiddag; bezoek van Obama
Het is al weer enkele weken geleden dat ik tijd heb kunnen vinden om iets toe te voegen aan mijn blog. Na mijn bezoek aan Nederland waar ik sommige van jullie heb gezien, maar de meeste niet, ben ik voor vijf dagen vertrokken naar India, alwaar ik het Regionale kantoor van Save the Children bezocht heb voor enkele besprekingen. Het werd me daar duidelijk bij wat een grote en invloedrijke organisatie ik eigenlijk werk. Een veelheid aan projecten wordt uitgevoerd in Centraal en Zuid Azië, op onderwijsgebied, in de gezondheidszorg en natuurlijk nu ook veel hulp bij rampen (Myanmar) en daar zijn vele honderden mensen bij betrokken.
India en dan eigenlijk New Delhi heeft een grote indruk op me gemaakt. In de hele stad, die 17 miljoen inwoners telt, wordt gebroken en gebouwd. In 2010 zijn in Delhi de Commonwealthgames en er wordt een volledig nieuw vliegveld gebouwd, tien keer groter dan het oude, en de hele stad ligt verder open omdat men er een metro aan het bouwen is. Het verkeer in Delhi is nu dan ook een grote chaos; auto’s, riksja’s, fietsen, koeien en voetgangers, alles beweegt door elkaar heen. De afstand tussen mijn hotel en het regionale kantoor, wat ongeveer drie kilometer is, legde ik met een airconditioned taxi gemiddeld af in drie kwartier (vanwege de grote hitte in Juli in Delhi wordt het niet aangeraden om die drie kilometer te lopen).
Ik heb natuurlijk heel weinig van de stad kunnen zien, maar wat me opviel waren vooral de prachtige regeringsgebouwen uit de Engelse periode; daar deed Delhi me enorm denken aan Washington en Parijs, met zijn brede boulevards en prachtige gebouwen. Je voelt in de stad, waar overigens ook enorm veel armoede is, dat daar een soort nieuwe wereld aan het ontstaan is, er is een soort dynamiek in India en ook een duidelijk optimisme. Natuurlijk heb ik een korte rit gemaakt met een fiets riksja, samen met een collega van het regionale bureau zochten en vonden we een restaurant dat bier verkocht, zeldzaam in India. Kortom, een enerverend bezoek en ik wil er zeker nog wel eens teruggaan.
Op zondag kwam ik terug in Kabul en op maandagmorgen vond de grote explosie plaats bij de Indiase ambassade hier. Twee weken daarvoor had ik daar nog in die rij gestaan voor een Indiaas visum. Die hele rij was nu het slachtoffer van een zelfmoordenaar; de ambassade ligt ver hier vandaar, dus ik heb er zelf niets van gemerkt, de straat is nog afgesloten en ik vraag me af of die enorm vriendelijke mensen die mij geholpen hebben voor mijn visum, nog in leven zijn. Iedereen hier is ervan overtuigd dat Pakistan achter deze aanslag zit. Er zijn hele goede argumenten voor deze opvatting te geven: vele Indiërs werken hier aan de opbouw van het land, men bouwt een nieuw parlementsgebouw, men is actief in de constructie van wegen en scholen en men is erg actief in het ondersteunen van de regering Karzai.
Het oude conflict tussen India en Pakistan gaat zich meer en meer afspelen in Afghanistan. Voor de liefhebbers: er is een nieuw boek verschenen van Ahmed Rashid, DESCENT INTO CHAOS, How the war against Islamic extremism is being lost in Pakistan, Afghanistan and Central Asia, Allan Lane, Penguin Books, London 2008. Als je dit boek leest ga je meer en meer geloven dat de opvatting van de Afghanen juist is, Pakistan speelt een belangrijke rol bij het continueren van de instabiliteit in Afghanistan. Maar ja…. het is een zogenaamde bondgenoot van de Bush’ Verenigde Staten in de strijd tegen Al Qaeda en ze beschikken over het kernwapen…… kortom, lees Rashid.
Het geweld in Afghanistan neemt de laatste weken toe (het is zomer en dan nemen de aanslagen altijd toe!), er was een zelfmoord aanval op een markt in Uruzgan, er zijn doden gevallen bij een aanslag in Helmand, etc. etc. Zelfs Obama schijnt nu het boek van Rashid gelezen te hebben en heeft voorgesteld om Amerikaanse troepen terug te halen uit Irak en te sturen naar Afghanistan………… Trouwens, Obama is hier vandaag op bezoek bij Karzai!!!!
Om onze onderwijsprojecten uit te voeren hebben we in de eerste plaats rust en orde nodig. Het klinkt misschien wat gek, maar als de Talibaan blijven doorgaan met het kapotschieten van onze scholen, het tegengaan van onze inspanningen om meer meisjes naar scholen te sturen en in het algemeen alle moderne ontwikkelingen frustreren, wat moet er dan anders gebeuren dan hen met geweld hiervan te weerhouden? Ik ben in principe tegen geweld, maar als deze Taliban samen met Pakistaanse en Arabische terroristen zo te keer blijven gaan, zie ik geen andere uitweg dan ze met militaire middelen uit te schakelen. Ik geloof er heilig in dat de meerderheid van de goedwillende Afghanen een gewoon leven wil leiden en wil dat hun land bevrijd wordt uit de spiraal van geweld, welke het land nu al dertig jaar teistert. Zoals ik al eerder zei: Nederland is samen met andere coalitiepartners bezig om het Afghaanse leger en de politie op te bouwen, het lijkt mij de enige juiste weg naar ontwikkeling voor dit grotendeels straatarme en onwetende land, met zijn rijke bevolking. Dat gaat nog jaren duren en ik hoop dat Nederland met haar partners blijft volhouden.
Met mijn werk gaat het intussen prima. Gisteren hoorde ik dat de bouw van de Timo school in Uruzgan binnenkort van start gaat. En, Save the Children (UK) gaat in samenwerking met enkele lokale organisaties met geld van de Wereldbank in heel Afghanistan een groot programma uitvoeren op het gebied van lerarenopleiding. Natuurlijk alleen in die gebieden waar we kunnen werken en waar we vanwege de security dus rustig met de goedwillende bevolking kunnen werken aan de opbouw.
Kortom, naast vele negatieve ontwikkelingen, toch ook sommige positieve tekenen. De belangrijkste daarvan is misschien wel dat na de Amerikaanse presidentsverkiezingen er een president zal zijn die enig begrip heeft voor wat zich in dit cruciale deel van de wereld afspeelt.
India en dan eigenlijk New Delhi heeft een grote indruk op me gemaakt. In de hele stad, die 17 miljoen inwoners telt, wordt gebroken en gebouwd. In 2010 zijn in Delhi de Commonwealthgames en er wordt een volledig nieuw vliegveld gebouwd, tien keer groter dan het oude, en de hele stad ligt verder open omdat men er een metro aan het bouwen is. Het verkeer in Delhi is nu dan ook een grote chaos; auto’s, riksja’s, fietsen, koeien en voetgangers, alles beweegt door elkaar heen. De afstand tussen mijn hotel en het regionale kantoor, wat ongeveer drie kilometer is, legde ik met een airconditioned taxi gemiddeld af in drie kwartier (vanwege de grote hitte in Juli in Delhi wordt het niet aangeraden om die drie kilometer te lopen).
Ik heb natuurlijk heel weinig van de stad kunnen zien, maar wat me opviel waren vooral de prachtige regeringsgebouwen uit de Engelse periode; daar deed Delhi me enorm denken aan Washington en Parijs, met zijn brede boulevards en prachtige gebouwen. Je voelt in de stad, waar overigens ook enorm veel armoede is, dat daar een soort nieuwe wereld aan het ontstaan is, er is een soort dynamiek in India en ook een duidelijk optimisme. Natuurlijk heb ik een korte rit gemaakt met een fiets riksja, samen met een collega van het regionale bureau zochten en vonden we een restaurant dat bier verkocht, zeldzaam in India. Kortom, een enerverend bezoek en ik wil er zeker nog wel eens teruggaan.
Op zondag kwam ik terug in Kabul en op maandagmorgen vond de grote explosie plaats bij de Indiase ambassade hier. Twee weken daarvoor had ik daar nog in die rij gestaan voor een Indiaas visum. Die hele rij was nu het slachtoffer van een zelfmoordenaar; de ambassade ligt ver hier vandaar, dus ik heb er zelf niets van gemerkt, de straat is nog afgesloten en ik vraag me af of die enorm vriendelijke mensen die mij geholpen hebben voor mijn visum, nog in leven zijn. Iedereen hier is ervan overtuigd dat Pakistan achter deze aanslag zit. Er zijn hele goede argumenten voor deze opvatting te geven: vele Indiërs werken hier aan de opbouw van het land, men bouwt een nieuw parlementsgebouw, men is actief in de constructie van wegen en scholen en men is erg actief in het ondersteunen van de regering Karzai.
Het oude conflict tussen India en Pakistan gaat zich meer en meer afspelen in Afghanistan. Voor de liefhebbers: er is een nieuw boek verschenen van Ahmed Rashid, DESCENT INTO CHAOS, How the war against Islamic extremism is being lost in Pakistan, Afghanistan and Central Asia, Allan Lane, Penguin Books, London 2008. Als je dit boek leest ga je meer en meer geloven dat de opvatting van de Afghanen juist is, Pakistan speelt een belangrijke rol bij het continueren van de instabiliteit in Afghanistan. Maar ja…. het is een zogenaamde bondgenoot van de Bush’ Verenigde Staten in de strijd tegen Al Qaeda en ze beschikken over het kernwapen…… kortom, lees Rashid.
Het geweld in Afghanistan neemt de laatste weken toe (het is zomer en dan nemen de aanslagen altijd toe!), er was een zelfmoord aanval op een markt in Uruzgan, er zijn doden gevallen bij een aanslag in Helmand, etc. etc. Zelfs Obama schijnt nu het boek van Rashid gelezen te hebben en heeft voorgesteld om Amerikaanse troepen terug te halen uit Irak en te sturen naar Afghanistan………… Trouwens, Obama is hier vandaag op bezoek bij Karzai!!!!
Om onze onderwijsprojecten uit te voeren hebben we in de eerste plaats rust en orde nodig. Het klinkt misschien wat gek, maar als de Talibaan blijven doorgaan met het kapotschieten van onze scholen, het tegengaan van onze inspanningen om meer meisjes naar scholen te sturen en in het algemeen alle moderne ontwikkelingen frustreren, wat moet er dan anders gebeuren dan hen met geweld hiervan te weerhouden? Ik ben in principe tegen geweld, maar als deze Taliban samen met Pakistaanse en Arabische terroristen zo te keer blijven gaan, zie ik geen andere uitweg dan ze met militaire middelen uit te schakelen. Ik geloof er heilig in dat de meerderheid van de goedwillende Afghanen een gewoon leven wil leiden en wil dat hun land bevrijd wordt uit de spiraal van geweld, welke het land nu al dertig jaar teistert. Zoals ik al eerder zei: Nederland is samen met andere coalitiepartners bezig om het Afghaanse leger en de politie op te bouwen, het lijkt mij de enige juiste weg naar ontwikkeling voor dit grotendeels straatarme en onwetende land, met zijn rijke bevolking. Dat gaat nog jaren duren en ik hoop dat Nederland met haar partners blijft volhouden.
Met mijn werk gaat het intussen prima. Gisteren hoorde ik dat de bouw van de Timo school in Uruzgan binnenkort van start gaat. En, Save the Children (UK) gaat in samenwerking met enkele lokale organisaties met geld van de Wereldbank in heel Afghanistan een groot programma uitvoeren op het gebied van lerarenopleiding. Natuurlijk alleen in die gebieden waar we kunnen werken en waar we vanwege de security dus rustig met de goedwillende bevolking kunnen werken aan de opbouw.
Kortom, naast vele negatieve ontwikkelingen, toch ook sommige positieve tekenen. De belangrijkste daarvan is misschien wel dat na de Amerikaanse presidentsverkiezingen er een president zal zijn die enig begrip heeft voor wat zich in dit cruciale deel van de wereld afspeelt.
Abonneren op:
Posts (Atom)